Oesterriffen

In de Oosterschelde is onderzocht of Oesterriffen erosie kunnen tegengaan. Voor de proef zijn rifvormende Japanse oesters gebruikt. Deze oester bouwt driedimensionale rifstructuren met een golfremmende werking.

De golfremmende werking zorgt voor minder erosie en bevordert sedimentatie. De oesters kunnen tevens geoogst worden voor consumptie.

Aanpak

Om een rif te laten groeien, is een substraat van oesterschelpen op het wad geplaatst. Oesters groeien goed op andere oesterschelpen. Om te voorkomen dat de schelpen wegspoelen met het getij of tijdens een storm zijn ze in ijzeren korven geplaatst. In de zomer hechten oesterlarven zich aan de oersterschelpen en bouwen geleidelijk aan een vaste rifstructuur. Op termijn corroderen de korven weg waarna het rif zal overleven op zijn eigen kracht. Het zal zichzelf voortdurend vernieuwen door het aantrekken van nieuwe larven.

Oesterriffen

Onderzoek

De eerste experimentele riffen, geplaatst in 2009, waren vrij klein (slechts 10 bij 4 meter). In 2010 werden drie grotere riffen gebouwd, elk 200 meter lang en 8-10 meter breed. De eerste resultaten tonen aan dat de riffen functioneren zoals de bedoeling is, maar het effect op het plaatselijke milieu verschilt.
Oesterlarven hechten zich aan de schelpen en ontwikkelen zich tot volwassen oesters. De riffen voorkomen inderdaad erosie in luwe delen van de zandbanken. De riffen zorgen, zoals verwacht, ook voor lokale sedimentatie. Ten minste één van de riffen in het onderzochte gebied ving echter veel zand in dat de ontwikkeling van bestaande oesters kon belemmeren.

Resultaat

We weten nog niet hoe lang deze riffen zullen overleven, maar een aantal van de natuurlijke oesterbanken in de Oosterschelde zijn minstens 30 jaar oud. De experimenten in de Oosterschelde hebben aangetoond dat het gebruik van oesters als ecosysteem-ingenieurs om erosie tegen te gaan, zowel technisch als biologisch, haalbaar is.
Het lijkt ook, althans voor de schepdierenkwekers in de Oosterschelde, sociaal aanvaardbaar.
De projecten in de Oosterschelde hebben aangetoond dat zeer dynamische omgevingen zoals estuaria, waarbij onderling verbonden fysische processen aan het werk zijn, interessante mogelijkheden bieden om te bouwen met de natuur. De oesters kunnen ook worden gebruikt voor menselijke consumptie, maar oogsten zou de effectiviteit van het rif kunnen hinderen.