Concept Slibmotor heeft potentie

In 2016 startte het EcoShape project Slibmotor Koehoal: een manier om gebaggerd slib nuttig toe te passen voor kwelderaangroei. Het project loopt nog door tot medio 2019; de eerste resultaten zijn nu al bekend.

Projectleider Martin Baptist vertelt: ‘Hoewel we geen kwelderuitbreiding zien, kunnen we constateren dat het concept Slibmotor als zodanig werkt’ vertelt Martin. ‘Het is mogelijk om te sturen waar het slib terecht komt door het op een strategische locatie te verspreiden. Het experiment heeft veel kennis opgeleverd over het systeem van wad en kwelder.’

Ten behoeve van het experiment bij Koehoal in Friesland is in de winter van 2016 bovenstrooms van de kwelder van Koehoal 300.000 m3 slib verspreid. In de daaropvolgende winter van 2017 is 170.000 m3 verspreid. De Slibmotor is intensief bestudeerd door een combinatie van projectdeelnemers van EcoShape en van het STW-gefinancierde verdiepende wetenschappelijk onderzoek. Dit bleek een mooie combinatie.

‘We zien dat het slib in grote volumes op de kwelder terecht komt. Het spoelt daar echter ook voor een belangrijk deel weer weg, vooral als gevolg van stormen. Netto blijft een aanslibbing van 5-10 centimeter per jaar over, wat fors meer is dan we verwacht hadden. Echter, we constateren dat de kwelder die we kozen om aangroei te onderzoeken als het ware een tussenstation voor slib is. Een volgende locatie voor een slibmotor zou meer aan het einde van een slibtransportketen moeten liggen om de effectiviteit te vergroten’ concludeert Martin.

‘Wat we als projectdeelnemers ook ontdekt hebben is dat de zoet-zout gradiënt in de getijgeul van invloed is op het slibtransport. Deze is minder gunstig bij de locatie Koehoal doordat, simpel gezegd, slib in de richting van zoeter water gaat. Omdat het zeewater bij Harlingen zoeter is dan bij Koehoal trekt het zoetere water het slib weer terug van waar wij het willen hebben.’

Een kwelder met een grote slibtoevoer zoals bij Koehoal heeft dus een zeer groot meegroeivermogen met zeespiegelstijging. ‘Maar’, voegt Martin toe, ‘naast verticale opslibbing is ook horizontale uitbreiding belangrijk. Als de begroeide kwelder wél, maar het voorliggende wad níet meegroeit kan er een klifrand ontstaan die leidt tot erosie van de kwelder. Verschillende zaken zijn van invloed op de horizontale aangroei. Zo weten we dat de groei van zeekraal in de overgangszone tussen kwelder en wad essentieel is voor de horizontale uitbreiding van een kwelder. Interessant in dat licht is dat uit het STW onderzoek blijkt dat in een slibrijk milieu heel veel minuscule wormpjes -oligochaeta- leven, wel 100.000-en per m2. Die woelen de bodem om met daarin zeekraalzaadjes en remmen daarmee de kieming van zeekraal.’ Dat is waardevolle kennis wanneer we maatregelen willen inzetten om de kwelderaangroei te stimuleren.

Vooruitlopend op de eindrapportage in 2019 is de Building with Nature Guideline geüpdatet met de tot nu toe opgedane kennis. Martin: ‘We hebben technische ontwerprichtlijnen toegevoegd, criteria voor de plaatsing van slib, praktische en technische haalbaarheid van slibmotoren en overwegingen voor de geschiktheid van locaties. Daarnaast hebben we ook geleerde lessen over vergunningsvoorwaarden, contractuele aspecten en governance opgenomen in de Guideline.’

Het project Slibmotor is nog niet af. Martin: ‘Deze winter meet het team nog de kwelderaangroei als we geen slib plaatsen, dus als de slibmotor ‘uit’ staat. In de zomer van 2019 leveren we het eindrapport over de Slibmotor op’.

Het onderzoek naar de slibmotor wordt mede gefinancierd door het Waddenfonds.

(Dit artikel gaat verder onder de afbeelding.)

Concept Slibmotor heeft potentie
Martin Baptist presenteert de Slibmotor tijdens de veldwerkplaats

Op 19 september jl. gaf Martin Baptist een workshop/presentatie over de Slibmotor tijdens een veldwerkplaats, georganiseerd door Het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN).
Daags ervoor werd het Deltaprogramma 2019 gepresenteerd met daarin de verwachting dat de zeespiegel sneller zal stijgen dan tot nu toe verwacht. In een reactie hierop stelden verschillende natuurorganisaties dat natuurlijke klimaatbuffers zoals kwelders de zeespiegelstijging kunnen opvangen. ‘We zaten dus bovenop de actualiteit’ aldus Martin.

Kennisblad Veldwerkplaatsen