Brede Groene Dijk

Ontwerp, Aanleg & Beheer

De NBS Brede Groene Dijk is ontwikkeld op initiatief van Waterschap Hunze en Aa’s. Het pilotproject heeft uitgebreid inzicht opgeleverd en is in samenwerking geweest met o.a. het HWBP en EcoShape. Daarbij is de Brede Groene dijk gecombineerd met toepassing van gebiedseigen grond, afkomstig uit een kleirijperij. Het onderzoek is gecombineerd met onderzoek naar kleirijperij.

De grondslag van de brede groene dijk is dat harde bekleding, bijvoorbeeld van asfalt of beton, aan de buitenzijde wordt voorkomen. In plaats daarvan zorgt een flauw buitentalud, bekleed met grasbekleding en klei, voor voldoende erosiebestendigheid. Het flauwe buitentalud biedt echter ook kansen voor een natuurlijke toevoeging aan het buitendijkse gebied. Bij het beheer hiervan moet er ruim voldoende aandacht zijn voor de erosiebestendige grasmat, deze is een wezenlijk onderdeel van de sterkte van de waterkering. Diverse proeven in de Deltagoot laten zien dat de sterkte van de grasmat en de taludhelling in hoge mate maatgevend blijken te zijn voor de erosiebestendigheid. De top- en onderlaag dienen kleiig te zijn, maar er zou een uiteenlopend spectrum van klei als toepassing geschikt kunnen zijn (zie ook NBS gebiedseigen grond). Een specifieke mogelijkheid is het gebruik van materiaal uit kwelders wat vrijkomt bij afplaggen en verjongen van hoge kwelders. Naarmate het talud flauwer is, zal het risico op schade en het risico op falen van de waterkering sterk afnemen. Als minimum kan hiervoor een talud van 1:7 worden aangehouden, maar een flauwer talud is dus gunstiger voor de sterkte van de waterkering.

De Brede Groene dijk heeft ecologische meerwaarde, bij voldoende rust ook voor broedvogels die juist het hogere gedeelte langs de kwelder waarderen. Ook specifieke (zoutminnende) vegetaties zijn hier denkbaar. Het is belangrijk na te denken over de gewenste ecologische functie in relatie tot het beheer en onderhoud; belangrijk is de erosiebestendigheid van de grasmat.

Bij de aanleg wordt voor de wijze van verdichting van de klei een minimale proctordichtheid van 97% aangehouden (conform RAW bepalingen). Een hogere verdichting leidt tot meer erosiebestendigheid (EcoShape, 2023), maar het effect van structuurvorming als gevolg van weersinvloeden kan dit mogelijk teniet doen. Ook is een te zware verdichting van de toplaag of onderlaag direct onder de toplaag mogelijk nadelig voor de wortelstructuur van de grasmat.

Het beheer van de erosiebestendige grasmat op het flauwe talud kan mogelijk extensief plaatsvinden, en is daarbij niet wezenlijk anders dan het beheer van de grasmat op andere delen van de dijk. Zie hiervoor ook handreiking grasbekleding.nl. In sommige gevallen kan bij zeer zware stormen schadeherstel nodig zijn van het flauwe talud, hiermee is echter nog geen praktijkervaring opgedaan.

Toepassing van deze ontwerpoplossing is goed te combineren met toepassen van NBS Gebiedseigen grond, NBS ontwikkeling kwelders & intergetijdengebied, NBS Kleirijperij en toepassing van NBS Soortenrijke grasbekleding.

Related Cases