Ontwerp, aanleg & Beheer
Jonge oesterriffen en mosselbanken zijn moeilijk aan te leggen. Transplantatie is waarschijnlijk het moeilijkst op eroderende kusten die aan golfslag blootgesteld zijn, omdat milieustressoren als golfkrachten de totstandkoming van zelf faciliterende terugkoppeling belemmeren. Nieuw getransplanteerde organismen zijn meestal ofwel te klein en schaars of te instabiel om hun omgeving aan te passen en dergelijke zelfvoorzienende terugkoppeling mogelijk te maken. Dit maakt de vestiging van biobouwers zeer kwetsbaar voor milieustressoren zoals golfkrachten, predatie en bioturbatie. Als gevolg daarvan vereist de vestiging een kans die wordt gedefinieerd als een specifieke storingsvrije periode, waarbij de verstoringen hetzij fysiek of biologisch van aard zijn. Voor een succesvolle implementatie van biobouwers in oever- en kustbeschermingsplannen is inzicht nodig in welke vestigingsdrempels, veroorzaakt door fysieke of biologische stressoren, het meest bepalend zijn en hoe deze drempels worden weggenomen om vestiging te bewerkstelligen.
Voor de aanleg van oesterriffen of mosselbanken zijn in de afgelopen jaren verschillende methoden toegepast. Zo kunnen oesters worden aangebracht in een kooiconstructie, op rifblokken of speciaal daarvoor ontworpen betonconstructies.
Oesters en mosselen hebben vers water zonder té hoge slibgehalten nodig om goed te kunnen groeien. Het tegengaan van lange periodes met een hoog slibgehalte in het water is dan ook van groot belang om de ontwikkeling van oesterriffen of mosselbanken te laten slagen. De eerste vijf jaar van de ontwikkeling van een oesterrif of mosselbank zijn zeer belangrijk, wanneer deze fase is doorstaan kunnen ze tientallen jaren blijven bestaan. Ook het voorkomen van winning van de oesters voor consumptie is van belang.
Om de ontwikkeling van de oesterriffen of mosselbanken te bevorderen is de aanwezigheid van harde ondergrond nodig. Hier kunnen de larven zich op vestigen om nieuwe schelpen te vormen. Deze harde ondergrond kan worden gevormd door beton of natuursteen, maar ook door schelpen die al langer aanwezig zijn op het rif of de bank.