Bijdrage aan Natuurdoelen
Voorlanden en vooroevers kunnen zowel op terrestrische als aquatische doelen een positief effect hebben. Uit voorgaande blijkt dat vegetaties een bijdrage kunnen hebben op golfreductie. De voorbeelden gaan vooral uit van grazige en lage kruidachtige vegetaties. Bij de beschrijving van mogelijke positieve natuureffecten is niet uitgegaan van bosontwikkeling. De maatregel kan zowel in het rivierengebied als op grote meren gerealiseerd worden.
Een aandachtspunt is het verschil tussen dagelijkse waterstanden en ontwerpwaterstanden. Een voorland rond de ontwerpwaterstand is het meest effectief qua golfdemping. In veel gevallen ligt de ontwerpwaterstand echter aanzienlijk hoger dan dagelijkse waterstanden. Dit impliceert dat een effectief voorland veelal ook een droog voorland is, met een grondwaterstand ver beneden maaiveld. Veel karakteristieke vegetatiesoorten voor buitendijkse natuur (wilgen, riet, biezen) zullen niet aanslaan op een hoog en droog voorland.
