Dijkversterking in combinatie met aanpassing rivier

Ontwerp, aanleg & Beheer

Bij rivierverruimende maatregelen komt vaak veel grond vrij. Er zijn allerlei mogelijkheden voor nuttig hergebruik van vrijkomend materiaal. Dit NBS-concept kan in de praktijk daarom goed gecombineerd worden met het NBS-concept van “Toepassing gebiedseigen grond”. Het concept kan ook geschikt zijn voor combinatie met het concept van “Bloem- en kruidenrijke dijk”.
Voor het beheer is het van cruciaal belang dat voldoende ruimte beschikbaar en gereserveerd is in de (toekomstige) vegetatielegger voor de gewenste successie en ontwikkeling van de terreinen. Het toekomstig beheer dient hierop afgestemd te zijn. Als tevens een permanent waterstandsverlaging een onderdeel van het projectdoel is, dient dit geborgd te worden in de vegetatielegger van de rivier.

Het aanpassen van de rivier, rivierverruiming of ontgraving van de uiterwaard, kan ook negatieve effecten hebben op de waterveiligheid, bijvoorbeeld omdat de intredeweerstand tegen piping afneemt. Naast rivierkundige berekeningen (waterstand) zijn dan ook geohydrologische berekeningen (grondwatereffecten en waterveiligheid aspect piping) vaak noodzakelijk. Aan te raden is om vooraf bestaande peilbuisgegevens te analyseren met het oog op het schatten van intredeweerstand en direct bij start van project tot en met beheerfase een geohydrologische monitoring met peilbuizen op te zetten, waardoor tijdig meetresultaten beschikbaar zijn voor ontwerp, effectbeoordeling en monitoring van lange termijneffecten.